Als hondeneigenaar zijn er altijd een aantal zaken waar je rekening mee dient te houden, bijvoorbeeld van welk ras de hond van je keuze is. Het ene ras is eerder vatbaar voor een bepaalde ziekte of aandoening dan het andere. Naast de verschillen tussen de diverse rassen kan een hond natuurlijk ook iets hebben opgelopen op de plek van herkomst, zoals ziektes of infecties. Een andere oorzaak van bijvoorbeeld fysieke en/of neurologische aandoeningen bij honden kan helaas ook menselijk toedoen zijn.
Ziektes in Midden- en Noord Europa.
Wanneer we een buitenlandse hond adopteren, kunnen we ook te maken krijgen met ziekten die voorkomen in het land waar de hond vandaan komt. Onderstaand gaan we wat dieper in op diverse ziektes en aandoeningen waar wij als stichting Dutch Galgo Lovers mee te maken hebben gehad. Uiteraard zijn wij, voor zo ver dat kan, zo volledig mogelijk op de hoogte van de (medische) achtergrond van de honden die ter adoptie op onze site staan.
Klik hieronder op een tabblad om meer te weten te komen over het betreffende onderwerp. Mocht je na het lezen nog vragen hebben of extra informatie willen, neem gerust contact met ons op.
Maagtorsie bij honden – wat kun je eraan doen als eigenaar?
Er is nauwelijks een noodsituatie waarvoor de eigenaren van bepaalde rassen zoveel angst hebben, als voor een maagtorsie. En eigenlijk is dat volledig terecht, want een maagtorsie is een van de meest dramatische aandoeningen uit de hondengeneeskunde.
Maagtorsie, wat is dat?
De maagtorsie of acute maagverdraaiing is een als donderslag bij heldere hemel opkomende maaguitzetting , waarbij de maag rond z’n as draait. Door de draaiing worden zowel de maagingang als de maaguitgang afgesloten. De milt, die nauw verbonden is met de maag, wordt daarbij deels weggedrukt en afgekneld. Ook de bloedvaten worden afgekneld. Gassen kunnen niet ontsnappen en de maag wordt steeds boller. Elke maagtorsie wordt vanwege de daarmee altijd samengaande ernstige ademhalings- en bloedsomloopstoornissen tot een dramatische noodsituatie. Onbehandeld leidt die binnen een korte tijd tot een pijnlijke dood.
Welke honden lopen gevaar?
Opdat nu niemand achterover gaat leunen: in principe kan om het even welke hond een maagtorsie krijgen, hoewel sommige rassen (die met een diepe borstkas) een significant verhoogd risico lopen (Duitse Dog, de Duitse Herder , Dobermann, Boxer, St. Bernard, Ierse Wolfshond, Deerhound, Koningspoedel, de Molossers en de Setters. Verder natuurlijk kruisingen van bovengenoemde rassen). Echter, tot 30% van de maagtorsies wordt aan de kleine tot middelgrote rassen toegeschreven. Oudere dieren worden vaker getroffen, maar er zijn ook gevallen bekend van pups. Het kom meer bij reuen voor als bij teven. Ook honden met ondergewicht hebben een verhoogd risico. Uiteindelijk is er dus geen eigenaar van een hond die zich echt veilig kan voelen helaas.
Hoe ontstaat het?
Men is er inmiddels achter dat gasopbouw in de maag leidt tot maaguitzetting en die maaguitzetting leidt vervolgens tot het draaien. Maar hoe ontstaat die gasopbouw?
Er zijn in de loop der jaren verschillende ideeën ontstaan, die echter niet hebben geleid tot het voorkomen van een torsie.
Tips om te voorkomen
Desalniettemin toch enkele misschien nuttige tips met de nodige voorbehoud, want deze zijn niet in staat om maagtorsies te voorkomen:
– geef liever meerdere maaltijden per dag (minimaal 2x);
– zet de voerbak laag;
– voorkom schrokken door een anti-schrokbak te gebruiken (of een afgeronde steen in het midden van de voerbak);
– probeer inspanning te vermijden rond de maaltijden;
– voorkom stress, in het algemeen en in het bijzonder ten aanzien van voeding (baknijd);
– als het droogvoer bevochtigd is, kan het in de warmere maanden zeer snel gaan gisten, wat natuurlijk de vorming van gas bevordert. Zorg ook altijd voor een schone voerbak;
– vetrijke maaltijden zijn naar alle waarschijnlijk gunstiger dan zeer koolhydraatrijke, omdat het vet gasvorming veeleer remt;
– onnodig veel calcium in de voeding kan voor gasvorming zorgen;
– kijk uit met te veel drinken in een keer of ijskoud water drinken.
Wat kun je dan wèl doen als eigenaar?
Het belangrijkste punt bij het overleven van een maagtorsie is zonder twijfel het zo vroeg mogelijk herkennen van de symptomen.
Zet een lijstje met noodtelefoonnummers in je telefoon van ten minste drie veterinaire praktijken in de nabije omgeving (bij voorkeur op minder dan 20 minuten rijden) die deze situatie aankunnen.
De symptomen
Getroffen honden, vaak vanuit rust (bv in de nacht):
– worden rusteloos
– staan op
– hijgen
– willen naar buiten
– lijken niet in staat om een bevredigende houding te vinden
– kwijlen hevig
– proberen tevergeefs te braken
– ontlasten zich
– nemen een zogenaamde zaagbok-houding aan (poten schuin naar de zijkant uitgestrekt – als bij een zaagbok)
– kreunen soms hartverscheurend
– de hondenbuik net achter de ribben, vooral aan de linkerkant, zwelt zeer snel, wat resulteert in toenemende kortademigheid. Deze opgezwollen buik is bij langharige honden bijna niet te zien. Je kunt het wel voelen.
Nu is het zaak om de grootst mogelijke haast te combineren met weloverwogen handelen!
Actie ondernemen
Laad zware dieren direct in de auto bij de gedachte aan een maagtorsie. De motoriek van uw hond neemt nl. gauw af. Probeer hierbij geen druk uit te oefenen op de buik. Laat de hond zelf bepalen hoe hij/zij wil liggen;
Ga meteen rijden. Elke minuut telt in deze situatie;
Bel onderweg je noodoproeplijstje af. Ook dit bespaart zeer waardevolle minuten. Houd hierbij wel je veiligheid in acht.
Dierenartsenpraktijken die met deze situatie vertrouwd zijn, werken nu vanuit een vast noodprogramma dat volledige concentratie en geen afleiding of uitstel verdraagt. Het overleven van je hond is ook bij een optimale behandeling afhankelijk van zoveel factoren, dat geen dierenarts je met zekerheid een positieve prognose kan geven.
Gastropexie!
Dring er absoluut op aan dat aan het eind van de nood-operatie gastropexie wordt uitgevoerd. In een gastropexie wordt een bepaald deel van de maag permanent aan de buikwand vastgenaaid. Er is niet bekend hoe al dan niet aangenaam dat is voor de patiënt. Maar zeker is, dat van de honden die met succes geopereerd werden vanwege een maagtorsie, maar zonder gastropexie, tot 80% opnieuw een maagtorsie krijgt.
Wat heeft de dierenarts gedaan
Vraag de dierenarts waar de maag is vastgemaakt. Indien het om andere redenen noodzakelijk is om een buikoperatie uit te voeren, moet de chirurg beslist vooraf geïnformeerd worden, dat een centraal bevestigde gastropexie bestaat. Anders kan het zijn dat hij bij het openen van de buikholte in de maag snijdt…
Als je een hond hebt van een van de rassen met een hoog risico op maagtorsie, en je hond moet om een of andere reden een buikholte-operatie ondergaan, overleg dan met je dierenarts de mogelijkheid van het gelijktijdig uitvoeren van een gastropexie.
Babesia
Babesia is een ziekte die door teken wordt overgebracht. Deze teken (Dermacentor reticulatus en Rhipicephalus sanguineus) komen voornamelijk in het Middellandse zeegebied voor, maar een enkele keer zijn ze ook al in Nederland gesignaleerd.
Parasiet in rode bloedcellen
Babesia is een parasiet die zich nestelt in de rode bloedcellen en breekt deze af. De ziekte kan zich in een acute vorm of een chronische vorm uiten. De parasiet kan aangetoond worden in het bloed. Verder ziet men in het bloedbeeld dat er sprake is van (ernstige) bloedarmoede. Ook kan de titer bepaald worden.
Herkennen van symptomen
De klachten van de acute vorm ontstaan ineens: roodbruine urine, sloomheid, braken, (hoge) koorts, snelle ademhaling en pols, bleke slijmvliezen en zelfs shock. Het is zaak om zo snel mogelijk naar de dierenarts te gaan met deze klachten.
Zo snel mogelijk behandelen
In geval van (acute) babesia is het belangrijk om zo snel mogelijk te behandelen, want hoe sneller het dier behandeld wordt, des te groter de kans op genezing. Bij een late behandeling kan het dier sterven. Acute babesia wordt behandeld met een injectie Imidocarb, die na een dag of 10 herhaald wordt. De chronische vorm geeft vaak vage klachten. Hier wordt er een symptomatische behandeling ingezet om de klachten te verminderen. De behandeling richt zich op de symptomen zonder de oorzaak aan te pakken.
Goede preventie
Aangezien de teken die babesia over kunnen brengen ook steeds meer in ons land gesignaleerd worden, is het verstandig om uw hond goed preventief te behandelen tegen teken. Bij uw dierenarts zijn verschillende middelen verkrijgbaar die werkzaam zijn tegen teken. De teek moet minimaal 20 uur vastzitten wil hij de ziekte kunnen overbrengen. Kijk uw hond daarom altijd goed na als u terug komt van een wandeling. U kunt eventuele teken dan meteen verwijderen, zodat u het risico van besmetting zoveel mogelijk kunt uitsluiten.
Leishmania
In dit artikel willen we de grote lijnen rond herkenning van Leishmaniosis en behandeling weergegeven. Elk geval verdient een op zichzelf staande diagnose en aanpak, afhankelijk van de situatie en het behandelingsplan van de behandelend dierenarts. Er word niet diepgaand ingegaan op alle veterinaire aspecten, uitzonderingen, vooroordelen of ontkenning.
Parasitaire ziekte
Leishmaniosis is een bekende parasitaire ziekte, veroorzaakt door de vermenigvuldiging van een parasiet binnen het immuunsysteem. De ziekte wordt overgebracht door de beet van de zandvlieg (Phlebotomus). De ziekte treft vooral hondachtigen (vossen) hoewel ook knaagdieren zoals hamsters, ratten, muizen en andere voorkomende dieren (paard, haas, konijn) geïnfecteerd kunnen worden. De ziekte heeft een wijd verspreidingsgebied in vele zuidelijke delen van het Europese continent.
Honden zijn gevoelig voor de ziekte, hoewel de presentatie van klinische symptomen en de ernst hoofdzakelijk afhangen van de immuunrespons van het dier, eventuele co-infecties en de algehele conditie. Daarbij moet worden aangetekend dat er veel honden zijn die een leven lang in geïnfecteerde gebieden verblijven zonder ooit de ziekte te ontwikkelen en die gedurende hun hele leven negatieve bloedtesten laten zien. De evolutie van de ziekte is in het algemeen traag, waarbij verbetering en terugval kan optreden. In ernstige gevallen kan de dood van het dier optreden, gewoonlijk door chronisch nierfalen.
Symptomen herkennen
De meest voorkomende algemene symptomen zijn: anorexia, depressie, gewichtsverlies, spierzwakte, opgezette lymfeklieren, spijsverteringsproblemen, huid-schilfering, sterke groei van de nagels, bij een gevorderd stadium neusbloedingen, leverproblemen.
Behandeling
De behandeling van de ziekte is afhankelijk van de staat van de besmetting. In lichte en middelmatige stadia van besmetting (stadium 1 en stadium 2) is de ziekte goed te behandelen en de prognose goed. Bij ernstige besmetting (stadium 3 en 4) is de prognose minder goed en kan de behandeling tekortschieten.
Mens en Dier
De ziekte is niet van dier op mens besmettelijk, alleen via overdracht door de genoemde zandvlieg (Vergelijk: malaria). Deze mug komt in het Noorden van Europa niet voor en daarmee is her-besmetting dan wel besmetting naar andere dieren/mensen in het Noorden uitgesloten. De tropische variant van Leishmaniosis is een voor mensen agressieve ziekte. In het Middellandse Zeegebied treden zeer weinig besmettingen op en dan vaak alleen in mensen met een sterk verlaagde weerstand.
Diagnostiek
De hond wordt getest door middel van een analyse van een afgenomen bloedmonster. De daarin aangegeven waarden tonen aan of het dier een actieve besmetting heeft (positieve test). Afhankelijk van welke test er wordt gebruikt is zichtbaar hoe hoog de graad van besmetting is.
Bij een positieve uitslag kan tot behandeling worden overgegaan.
De meest gebruikte middelen zijn : Allopurinol, Glucantime, Milteforan.
Welk middel wordt ingezet is afhankelijk van aard van de besmetting en de aanpak van de behandelende dierenarts.
Nadat de behandeling is afgerond en er enige tijd is verstreken wordt opnieuw een bloedtest gedaan waarmee bekeken kan worden of de ziekte is teruggedrongen of zo sterk is verdwenen dat de parasiet niet meer aantoonbaar is in het bloed dan wel in de hoogte van de afweerstoffen.
Er zijn meerdere methodes om de diagnose van de ziekte te stellen (materiaal uit Lymfeklier/beenmerg, gewrichtsvloeistof of biopsie). Meestal wordt de directe aanwezigheid van de parasiet zichtbaar gemaakt door een bloedtest.
De slaagkans van de behandeling is voor een groot deel afhankelijk van hoe snel de ziekte wordt ontdekt en dat het ziekteproces nog niet te ver is gevorderd om goed in te kunnen grijpen.
Een reeds ernstig zieke hond maakt uiteraard minder kans dan een dier wat licht positief test. Sommige dieren overwinnen in dat laatste geval zelf de kwaal.
Belangrijk om te weten is het feit dat honden die eenmaal een besmetting hebben gehad en daar na behandeling overheen zijn gekomen vaak ook na meerdere jaren in Spanje negatief blijven testen. Het lijkt alsof er toch een zekere immuniteit optreedt bij sommige dieren hoewel deze dieren gebeten blijven worden door de zandvlieg.
Het komt echter voor dat de ziekte opnieuw de kop opsteekt terwijl de hond een negatieve test heeft getoond of na behandeling een negatieve test laat zien. Dit kan meerder oorzaken hebben: de hond is vlak voor transport nog gebeten maar het lichaam toont nog geen afweerstoffen. De parasiet verbergt zich soms op plekken waarbij een bloedtest niet afdoende zekerheid geeft, namelijk in het beenmerg of in de gewrichtskapsels. De parasiet kan sluimerend in het dier aanwezig blijven en ooit nog eens de kop opsteken. Dit is dan meestal het geval bij honden die een lage weerstand hebben door andere oorzaken.
Elk dier dat uit het buitenland komt heeft de bloedtesten voor de Mediterrane ziekten ondergaan en is negatief bevonden (tenzij anders aangegeven).
De praktijk leert dat het terugkeren van Leishmaniosis bij honden bij 1% van de dieren is voorgekomen. De redenen daarvoor zijn eerder beschreven. Bij tijdige behandeling kan de hond opnieuw negatief worden en de ziekte de baas blijven. Wacht dus niet te lang met een dierenarts-bezoek als de hond niet in orde is en vermeld altijd dat uw hond uit een Zuid-Europees land is gekomen.
Het overgrote deel van de honden wordt weer beter als er tijdig ingegrepen wordt en zal nooit meer verschijnselen ontwikkelen. (In Nederland kan geen her-besmetting optreden bij gebrek aan zandvlieg). Hoewel er veel griezelverhalen over Leishmaniosis de ronde doen is de praktijk bij behandelde honden anders en zijn de vooruitzichten voor deze dieren ronduit gunstig.
Hartworm (dirofilaria) De hartworm is een parasiet, die wordt overgedragen door muggen. Volwassen hartwormen bevinden zich voornamelijk in de longaders en kunnen 12-30 cm lang worden. Bij zware infecties kunnen ze ook in delen van het hart voorkomen.
Middellandsezee gebied
Deze parasieten komen voor rond het Middellandse zeegebied. Gelukkig valt de besmetting vanuit Spanje reuze mee, in de USA is het een groter probleem.
Van mug naar dier
Volwassen wormen produceren zogenaamde ‘microfilariën’, die zo’n 2,5 jaar in het bloed kunnen circuleren. Wanneer een mug bloed neemt van een besmet dier, neemt hij ook de microfilariën op. In de mug ontwikkelen deze zich tot larven en als de mug weer bloed neemt van een volgend dier, wordt dit dier besmet met de larven. Deze larven ontwikkelen zich in de gastheer binnen 3 maanden tot volwassen wormen.
Schade dankzij de hartworm
De levensduur van een volwassen worm wordt op ca 5-7 jaar geschat. Hartwormen veroorzaken schade aan de haarvaten en kunnen trombose veroorzaken. Symptomen die vaak gezien worden bij met hartworm besmette honden zijn bij een lichte infectie: lichte hoest, snel vermoeid bij inspanning. Bij een chronische infectie zien we: vermageren, sloomheid, vochtophopingen en ophoesten van bloed of bloederig slijm. Wanneer er een acute infectie optreedt zien we acute verzwakking van het dier, niet willen eten, bloedarmoede en shock. Het dier kan in dit stadium sterven. Hartworm kan aangetoond worden in het bloed.
Behandeling niet zonder risico
Wanneer een hond besmet is met hartworm, kan men hem ontwormen met een middel, dat ook hartwormen doodt. Deze behandeling is echter niet geheel zonder risico, de massale sterfte van de wormen kan trombose veroorzaken. Wanneer de volwassen wormen gedood zijn, zal er ook nog een behandeling plaats moeten vinden tegen de microfilariën. Een andere optie is, om gedurende het leven van de volwassen wormen (5-7 jaar) maandelijks een middel, zoals Stronghold toe te dienen. Dit middel doodt alleen de microfilariën. Deze therapie verkleint het risico op trombose aanzienlijk, maar de volwassen wormen zullen wel tijdens hun leven nog schade aanrichten in het lichaam.
Ehrlichia
De oorzaak van Ehrlichia zijn teken, net als babesiose (tekenkoorts). Hoewel de symptomen enigszins op elkaar lijken, moeten beide ziekten totaal anders behandeld worden.
Parasiet
Ehrlichia is een soort parasiet die de witte bloedlichaampjes aantast. Doordat het zo’n breed scala aan klachten geeft is het moeilijk meteen te herkennen. De eigenaar van een hond met ehrlichia komt met veel vage klachten in aanraking en dan wordt er vaak gedacht aan een gewone infectie, terwijl het in dit beginstadium belangrijk is om meteen met een hoge dosering Doxycyline voor 7 á 8 weken te beginnen. Zelfs al als de bloedtesten nog niet binnen zijn! Opnieuw bloed testen voordat deze kuur is afgelopen.
Snel handelen
Een hond die in dit 1ste stadium wordt behandeld kan 100 % genezen en is er dan ook echt vanaf. Als na 2 maanden het bloed weer getest wordt (op ontstekingen) en de hond blijkt nog steeds positief te zijn, dan moet de kuur Doxy verlengd worden met 1 maand. Na 3 á 4 maanden weer een test.
Chronish
Als deze test niet goed is, dan is de ziekte chronisch en is er al onherstelbaar schade aangericht in het beenmerg. Doordat er te weinig witte bloedlichaampjes aanwezig zijn is het immuunsysteem aangetast en heeft de hond vaak bloedarmoede. Ook drinken ze veel en is het raadzaam om de drinkbak na 19.00 uur weg te halen om ongelukjes ’s nachts te voorkomen. Het kan ook zijn dat een hondje ineens een paar dagen heel slecht eet en dan gewoon weer wel.
Verder wordt aangeraden om vitamine K en B toe te voegen aan de voeding en druppels Echineaforce te geven om de weerstand te verhogen.
Opletten bij; hoesten – vermoeidheid – longontsteking – neusbloedingen – depressie – koortsaanvallen – desoriëntatie – gewrichtsontstekingen – spontane bloedingen – rode ogen – trillingen van de kop – bloed bij de urine – gezwollen lymfeklieren. Ehrlichia wordt, mits het chronisch is, ook wel sluipmoordenaar genoemd. Een hond bezwijkt aan inwendige bloedingen of een plotselinge hersenbloeding, hartaanval, nier falen, gescheurde milt, lever falen. Indien de ziekte chronisch is kan deze ‘opvlammen’.
Stress voorkomen
Zaak is dus de hond zo min mogelijk stress te geven en altijd zijn weerstand in de gaten te blijven houden. De hond niet meer inenten in verband met het zwakke immuunsysteem, het zou een aanslag op de weerstand zijn en de ziekte verergeren. Als het niet nodig is niet doen. Tot het laatste uur tonen deze honden vaak niet eens ziek. Wat een hond met ehrlichia absoluut NOOIT mag hebben is prednison! Gelukkig gaat de geneeskunde met sprongen vooruit en zijn er injecties die een hoop narigheid tegen kunnen gaan. Wanneer de hond met chronische ehrlichia ieder half jaar een bloedtest ondergaat, dan ben je er snel bij als er inwendig iets mis dreigt te gaan. Deze bloedtest is eenvoudig en vrij goedkoop.
Vlooien; een onderschat probleem
Vlooien zijn een onderschat probleem bij veel huisdiereigenaren. Het zijn de meest voorkomende uitwendige parasieten.
Vlooiencyclus
De vlooiencyclus bestaat uit 4 stadia: ei, larve, pop en volwassen vlo. De eieren worden gelegd op de gastheer en vallen van het dier, in de omgeving. Hier ontwikkelen ze zich verder tot larven. De larven vermijden zonlicht en kruipen weg in kieren en spleten of diep in het tapijt. Ze vervellen enkele keren en verpoppen zich dan. Afhankelijk van de leefomstandigheden kan een vlo 1-20 weken in zijn cocon blijven, wachtend op de juiste prikkel om uit te komen (warmte, vochtigheid, trillingen). Vlooien zijn goed in staat om binnenshuis te overleven en kunnen om die reden in de winter ook voor problemen zorgen.
Vlooienallergie veelvoorkomend
Vlooienallergie is de meest voorkomende allergie bij huisdieren. Wanneer een vlo bijt, komt er een beetje speeksel in het bloed van de hond of kat, om bloedstolling te voorkomen. Op dit speeksel kunnen dieren overgevoelig reageren. Vaak heeft het dier korsten en kale plekken op het lichaam, die gepaard kunnen gaan met jeuk.
Simpele controle op vlooien
U kunt ontdekken of uw dier vlooien heeft door met een vlooienkam door de vacht te gaan. Indien er bruine puntjes in de vacht zitten, kunt u die op een vochtige tissue doen. Kleuren ze rood, dan weet u zeker dat uw dier vlooien heeft.
Behandelen van je huisdier en omgeving
Het is dan zaak om zowel het dier goed te behandelen, alsook de omgeving. Wees alert op kieren en naden en de mand/deken van de huisdieren moet goed uitgewassen worden. Heeft u meerdere dieren, behandel dan alle dieren met een goed middel, verkrijgbaar bij uw dierenarts.
Een vervelende Gastheer
Als uw dier vlooien heeft, behandel hem dan ook tegen wormen. Vlooien zijn namelijk tussengastheer van de lintworm. Beter is, om uw dier ter preventie het hele jaar door tegen vlooien te behandelen.
Dutch Galgo Lovers
Neem gerust contact met ons op.